Lid van de Maand #5 (XXL): Zoë Florence Deltrap

Met 131 leden is IHCL een van de grootste shorttrackclubs van Nederland. Elke maand zetten we een van onze leden in het zonnetje. Elk lid, van jong tot oud, van vrijwilliger tot rijder, maakt IHCL namelijk uniek met hun speciale verhaal. We willen ze hiermee de kans geven om dat verhaal te vertellen. Deze maand een speciale editie XXL editie: Ons lid van de maand van maart is: Zoë Florence Deltrap.

Hoe lang schaats je al? Sinds mijn 4^de-5^de, dus al bijna 13 jaar. Ik ben meteen begonnen bij IHCL, want mijn moeder gaf training bij IHCL. Voordat ik zelf begon was ik ook vaak mee om te kijken, toen ben ik zelf begonnen.

Dit is een foto van toe je net begonnen was met shorttrack. Weet je nog hoe dat was, je eerste stappen? Vooral erg lastig. Kinderen hebben nu vaak al heel vroeg shorttrackschaatsen, ik ben echt op combinoren begonnen. Ik weet nog dat ik voor het eerst op echte shorttrackschaatsen stond, ik kon er helemaal niks van. Maar het ging snel al beter, het was vooral heel leuk.

Heb je nog een leuk verhaal of ervaring uit die tijd? Ik schaatste eigenlijk altijd achteraan. Ik weet nog dat ik een keer bij een wedstrijd laatste was geworden, maar ik dacht dat ik gewonnen had. Toen was de prijsuitreiking en werd ik niet eens opgenoemd, toen was ik super teleurgesteld.

Je komt natuurlijk uit een shorttrackfamilie, je moeder, je tante en je nicht hebben ook allemaal geshorttrackt. Hoe heeft dat jou beïnvloed? Heel erg. Ik wou eigenlijk altijd op mijn nicht lijken (Avalon Aardoom), zij was heel goed. Daardoor ben ik ook eigenlijk gaan shorttracken. Ik zag Avalon heel hard rijden, dat wou ik dan dus ook. Mijn nicht was echt mijn grote voorbeeld. Ik wou net zoals haar worden en deed eigenlijk alles wat zij deed.

Heeft je ‘shorttrackfamilie’, zeker je nicht, nu nog steeds invloed? Nu is Avalon een coach voor een ander team, het GTC. Maar ze heeft wel echt heel veel verstand van shorttrack, dus ze helpt mij nog steeds met technische tips.

Wat maakt IHCL special? Het is een hele gezellige club. Ik kan hier ook terugkomen, bijvoorbeeld voor de clinic en dan is het nog steeds erg leuk. Het is gewoon altijd gezellig geweest en gebleven. Na de training in de kantine chocomel drinken, kleurplaten inkleuren met iedereen vroeger. Het is een hechte club.

Dit is een foto van jou op de Arie Ravensbergen bokaal. Dit jaar is de laatste in de oude ijshal, hoe kijk jij naar de komst van de nieuwe ijshal in leiden aan? Ik heb er heel veel zin in. Ik wil er wel een keer schaatsen. Als de trainingen beginnen in de nieuwe ijshal, wil ik zeker wel een keer meetrainen.

Wat is jouw motivatie om te doen wat je doet? Ik wil heel goed worden. Ik hou van mezelf verbeteren, elke training weer. Shorttrack is heel erg belastend, dan is de uitdaging ook heel groot. Dat kan frustrerend zijn, maar dat alles niet in een keer lukt, maakt het juist leuk. Het spelletje shorttrack vind ik geweldig.  Zolang ik het leuk blijf vinden, wil ik ook steeds beter worden.

Wat zijn daarbij jouw ambities voor in de toekomst? Ik wil natuurlijk naar het Nederlands team. Ik wil naar de Olympische Spelen en medailles winnen, het liefst goud.

Wat heb je nodig om een goede shorttracker te zijn? Goede techniek, tactiek, uithoudingsvermogen. Met shorttrack heb je eigenlijk gewoon alles nodig: inhoud, snelheid, techniek… Dat maakt het uitdagend.

Hoe ziet een gemiddelde trainingsweek er voor jou uit? Ik heb van maandag tot en met vrijdag ijstraining. Op maandag en donderdag hebben we ook krachtraining. Op woensdagmiddag gaan we sinds kort langebanen, om aan het rechte eind te werken. Op dinsdagochtend loop ik ook hard. In het weekend ga ik soms nog een keer hardlopen of fiets ik, het ligt er een beetje aan wat het weer doet. Dus een volle week.

Als je veel sport, moet je ook voldoende rust nemen. Hoe pak je dat aan, op welke manieren zorg jij dan voor je lichaam? In het weekend neem ik rust. Het is wel af en toe jammer, want ik kan natuurlijk niet zomaar naar een feestje gaan of met vriendinnen afspreken. Als je in het weekend ook nog eens veel gaat doen, heeft je lichaam nooit rust.

Voeding is voor een topsporter erg belangrijk, hoe ziet jouw voedingspatroon er ongeveer uit? Ik zorg dat ik na de trainingen eiwitshakes neem. Ook zorg ik dat ik goed eet, dat ik mijn calorieën weer erbij eet. We hebben een diëtist in het team, die helpt ons daar ook mee, bijvoorbeeld bij het uitzoeken van goede wedstrijdvoeding. Ik heb niet echt een schema dat ik moet volgen.

Dit is een foto van jou met Suzanne Schulting. Je bent nu haar directe concurrent aan het worden en een paar jaar geleden vroeg je nog om haar handtekening? Hoe is dat? Gaaf. Je kijkt natuurlijk eerst ontzettend tegen haar op, als Olympisch kampioen ook. Maar als je nu met haar in de baan zit denk je ook: Olympisch kampioen? Ik ga je gewoon pakken. Dan geef je gewoon alles. Je kijkt dan ook niet meer zo ontzettend naar haar op, want je staat er gewoon tegen. Op het moment dat je samen aan de start staat, staat iedereen op nul. Ze moeten, of het nou een Suzanne Schulting, een Xandra Velzeboer of wie dan ook is, bewijzen dat ze goed genoeg zijn. Dan moet je ook denken: Je bent nu gewoon mijn concurrent, dus ik ga het je moeilijk maken. Nu is ze nog beter, maar ik hoop dat ik over een paar jaar op dat niveau ben en het liefst ook beter. Je leert ook heel veel als je met ze in de baan rijdt.

Wie was vroeger en wie is nu je grootste shorttrackinspiratie? Vroeger was het altijd Avalon. Het is heel gaaf dat Suzanne Schulting zo vaak wint en dat is ook leuk om te zien. Maar ik denk dat ik nu vooral ook opkijk tegen Courtney Sarault. Het is fantastisch hoe ze overal door heen probeert te rijden. Ook al past het niet echt, gaat ze er toch voor. Alles of niks. Dat vind ik erg leuk om te zien.

Als jij naar shorttrack op tv kijkt, kijk jij dan er anders naar dan anderen? Ik kijk ook omdat ik het leuk vind, maar ik analyseer ook. Ik kijk naar de schaatsers en probeer te zien wat ik er van kan leren. Meestal kies ik in een rit een iemand uit en ga ik kijken hoe die schaatst. Je kan heel veel leren door daarnaar te kijken.

Dit is een foto van jou in het GTC. Jonge talenten van IHCL zitten daar nu ook bij. Hoe heeft het GTC jou voorbereid op wat je nu allemaal doet? Je schaatst daar samen met allemaal mensen die heel goed zijn. De beste rijders van elke club uit Zuid-Holland. Je maakt elkaar ook heel goed daardoor. Iedereen is gemotiveerd bezig. Je wordt ook voorbereid op het RTC, waar ik nu zit, met serieuzere trainingen en goede warming-ups. Ik heb daar geleerd dat ik serieus trainen ook heel leuk vind om te doen en dat ik er wel verder in wou gaan.

Wat is jouw proces op een wedstrijddag? Eerst een warming-up, goed rekken en strekken, de spieren warm maken, schaatsbewegingen. Ik zorg dat ik altijd genoeg tijd heb om nog rustig om te kleden en mijn schaatsen aan te doen, zodat ik nog wel tot rust kan komen.

Ben je bijgelovig? Ja echt heel erg. Als ik naar een wc ben geweest en het gaat goed, ga ik niet meer naar een andere. Als er iemand op die wc zit en andere wc’s zijn vrij wacht ik ook gewoon tot die ene wc vrij is. Als het goed gaat met bepaalde handschoenen aan doe ik die aan, als het slecht gaat doe ik andere handschoenen aan. Als ik goed rijd met een knot in mijn haar, hou ik die knot het hele weekend in. Ik had ook een bepaald elastiekje het hele weekend aan, behalve bij mijn laatste rit en toen viel ik. Ik dacht ergens ook dat het aan het elastiekje lag.

Ben je wel eens zenuwachtig voor een wedstrijd, hoe ga je daar dan mee om? Ik kan er steeds beter mee omgaan, maar ik ben nog steeds wel zenuwachtig. Maar dat is ook goed, die zenuwen kan je ook omzetten in extra motivatie en wil. Het is voor mij ook een teken dat ik kans maak. Als helemaal niet mee kan rijden, hoef je ook niet zenuwachtig te zijn. Een beetje zenuwen maakt mij extra scherp.

Je wordt in de loop naar een wedstrijd begeleid door professionals? Wat betekenen deze mensen voor jou? Heel veel. Ik heb een goede band met Benny (Brugman) en Koen (Slootweg). Zonder ze was ik ook niet zo goed geworden als ik nu ben. Koen is natuurlijk ook IHCLer en trainer hier, dus die ken ik ook al heel lang. Koen en Benny helpen mij ook heel erg met mentaal sterker worden.

Wat is favoriete wedstrijd onderdeel? De relay, maar vooral de 1500m. Ik heb een goede conditie en vind het ook leuk om juist tactisch te rijden. Het inhalen, het spelen komt het meeste aan bod op die afstand.

Shortrack wedstrijden kunnen lastig zijn omdat een ongeluk in een klein hoekje zit. Je kan al snel vallen of een fout maken. Toch moet je een tijdje daarna weer op het ijs staan en alles kunnen geven, hoe ga je met dat snelle omschakelen om? Ik ben best wel vaak in de kussens beland. Door die ervaringen kan ik nu best wel snel schakelen, ik ben er steeds beter in geworden. Als een race niet goed gaat loop ik gewoon even naar buiten en tel ik tot tien en dan ga ik weer naar binnen. Je kan wel heel lang boos zijn, maar dan verpest je je eigen kansen bij de volgende rit. Niet alles kan altijd goed gaan.

Dit is (een van) de eerste keren dat jij in het Nederlands pak mocht rijden? Weet je nog hoe dat toen voor je was, dat pak voor het eerst aandoen? Ik weet nog dat ik tegen mijn moeder zei dat ik door dit pak 3 seconden sneller ga rijden. De eerste keer dat je in dat pak mag rijden, ben je zo trots dat je voor Nederland mag uitkomen, dat je bijna vanzelf harder gaat rijden.

Hoe kijk jij naar jouw toekomst in dat Nederlandse pak? Ik hoop dat ik over een paar jaar altijd voor Nederland mag uitkomen en dus elke wedstrijd in dat pak mag rijden.

Je hebt natuurlijk een tijdje geleden, weer in dat Nederlands pak, het WK Junioren gereden in Dresden. Daar hebben we uiteraard ook wat vragen over.

Wat was jouw persoonlijke hoogtepunt van het WK Junioren? De vierde plek op de 1500m. Een vierde plek is natuurlijk wel net naast het podium, maar heel goed als je kijkt naar wie er voor mij zaten: Gilli Kim en Florence Brunelle. Florence Brunelle heeft meegedaan aan de vorige Olympische Spelen en Kim Gilli wint soms van Suzanne Schulting. Dus het is ook zeker geen schande dat ik daarvan verloren heb, dus ik was wel heel trots op mijn vierde plek.

Pak je zo’n WK junioren wedstrijddag heel anders aan dan bijvoorbeeld een KNSB-cup, en hoe dan? De voorbereiding op de dag zelf is niet heel anders, want je wil elke wedstrijd goed rijden. Maar de week ervoor zorg je echt dat je niet meer heel hard traint en echt topfit bent voor de wedstrijd. Bij een KNSB-cup kan het zijn dat je de dag van te voren nog een zware training heb gehad. Je tactiek tijdens de ritten moet je ook aanpassen omdat het een veel hoger niveau is. Bij een Star Class zou ik bijvoorbeeld gewoon op kop kunnen rijden en winnen, maar bij het WKJ kan je niet alles op kop gaan rijden, want je weet dat er iets aankomt van achteren. Je moet veel slimmer rijden. Je kan geen fouten maken.

Wat waren jouw verwachtingen vooraf en hoe heb je daaraan wel of niet voldaan? Ik wou graag bij elke afstand doorgaan naar het hoofdprogramma. Op de 500 meter is dat niet gelukt omdat ik gevallen was. Maar achteraf was ik daar wel blij mee, want door die niet te rijden kon ik energie sparen. De 500 meter is niet mijn specialiteit, ik moet het vooral van de lange afstanden hebben. Ik kon nu focussen op mijn goede afstanden en dat is zeker gelukt. De 1500m is bizar goed gegaan. De 1000m had ik niet echt mijn dag, ik was elke rit gehinderd en gevallen en in de B-finale ging het goed, tot ik weer viel in de laatste 2 rondjes. Maar de B-finale bereiken is weer heel goed. De val was jammer, maar de 1500m maakt dat ook weer helemaal goed.

Je werd vierde op de A-finale 1500 meter. Wat was jouw strategie vooraf? Ik wou eerst zorgen dat ik tussen de drie Koreanen in zat, zodat ze niet samen konden rijden. Als zij dan buitenom zouden gaan, wou ik mee. Dat ging niet helemaal volgens plan. Het is natuurlijk shorttrack. Je kan altijd een tactiek bedenken, maar het gaat bijna nooit precies zoals je wil. Uiteindelijk lag ik op twee en dan gaan die Koreanen vol gas erlangs en dan kan ik op dat moment niet volgen. Ik wou vooral mijn energie behouden voor het eind. Ze rijden het laatste rondje 9.1. Dat is zo snel, dat rijd ik zowat op een 500 meter. Je moet dus zorgen dat je niet onnodig energie gaat verspillen aan het begin en lekker ontspannen gaat rijden. Dat is goed gelukt.

Je moet er dan op een gegeven moment twee achter je houden. Weet je nog wat er op dit moment door je hoofd ging? Ik dacht alleen maar: Doorschaatsen en blokken. Vierde is wel echt bizar goed, dus die positie wou ik echt wel houden.

Je komt over de streep en dan ben je 4^de van de hele wereld. Hoe voelt dat dan? Ja, bizar. Je gaat van te voren natuurlijk voor de medailles, maar als je realistisch keek, is wat er naast mij stond gewoon zo goed. Dus je wil dan gewoon meekunnen en dat lukte. Ik weet nog dat ik Benny belde na mijn race en het eerste wat ik zei is dat ik gewoon vierde van de hele wereld was. Hij zei ook dat ik er supertrots op kon zijn.

Wat betekent shorttrack voor jou? Heel veel. Ik ben er al bijna mijn hele leven mee bezig. Er is niets wat ik liever doe. Ik vind trainen heel erg leuk, het gevoel op het ijs als je zo hard kan gaan. Het betekent echt heel veel voor mij.

Heb je nog een gouden tip voor iemand die net begonnen is met shorttrack? Diepzitten.

Als iemand nog aan het twijfelen is over komen shorttracken bij IHCL, wat zou je dan tegen ze zeggen? Je moet gewoon shorttracken. Het is een hele leuke sport. Je moet gewoon alles kunnen, het is super uitdagend, maar dat maakt het juist zo leuk.

Hoe kunnen mensen jou volgen? Op instagram